Milieuprojectaannemer En-Bio heeft een kleinschalige biogasinstallatie voor een melkveehouder in Amel in de Hoge Venen. De installatie wordt gevoed met dierlijke mest van verschillende naburige boerderijen en produceert daarmee elektriciteit, warmte, droge pellets en voedersupplementen. “Biomassa is een heel veelzijdige energievorm,” zegt En-Bio CEO Francies Van Gijzeghem. “Maar de uitdaging is om de input- en outputprocessen goed te beheersen.”
Greep krijgen op input- en outputprocessen
Melkveehouderij is de belangrijkste economische activiteit in Amel, een dorp in het zuiden van de Hoge Venen tussen Malmedy en Sankt-Vith. In de voorbije jaren zijn verschillende boerderijen om economische redenen samengevoegd tot grotere conglomeraten. Zo heeft melkveehouder Dries de activiteiten overgenomen van andere boerderijen om zijn veestapel uit te breiden van 140 tot 200 dieren. Dit betekende echter ook een volumetoename van 40% aan mest zonder de mogelijkheid om het surplus uit te rijden.
Mest als biomassa
Daarom contacteerde Dries het Gentse bedrijf En-Bio, dat een sterke expertise heeft ontwikkeld in het verwerken van natuurlijk afval zoals dierlijke mest. Zij stelden Dries voor om te investeren in een kleinschalige biogas- of covergistingsinstallatie. “Op zichzelf was dat een evidente keuze,” zegt Francies Van Gijzeghem. “Mest is een ideale bron van biomassaenergie, zeker in combinatie met bijkomende grondstoffen. In een gecontroleerd proces kunnen we er elektriciteit, warmte en pellets uit produceren. Het levert dus diverse energietypes op die ofwel ter plaatse worden verbruikt, op het stroomnet worden geplaatst of worden verkocht op de markt. Er zijn heel veel toepassingen van biogas, geen enkele energiebron is zo veelzijdig als deze.”
Naburige landbouwers stapten mee in het project in een soort ruilhandel
Input en output organiseren
De grootste uitdaging is echter om een praktisch en economisch proces uit te tekenen en te organiseren. Dit gaat immers om meer dan het optimaliseren van de technische parameters van de installatie. “Het is essentieel om greep te krijgen op zowel de inputs als de outputs van het systeem,” verduidelijkt Van Gijzeghem. “In dit geval moesten we zeker zijn dat we altijd voldoende dierlijke mest hebben om de vergistingseenheid continu te voeden. Daarom heeft Dries de naburige landbouwers overtuigd tot een soort ruiloperatie. De buren leveren hem mest en ze krijgen voedersupplementen, pellets en vloeibare digestaat-meststof in de plaats. Dat digestaat wordt op 70°C gezuiverd om het bruikbaar te maken. Bovendien maakte Dries afspraken met bakkerijen, chocoladefabrieken, brouwerijen en papierfabrieken om bijkomende afvalstromen te leveren. Dat is nodig om de efficiëntie van de vergistingsinstallatie te verbeteren en de biogasproductie te verhogen.”
Wat is een biogasinstallatie?
Een biogasinstallatie is gebouwd rond een vergistingseenheid waarin het anaerobe fermentatieproces van natuurlijk afval plaatsvindt. De vergistingseenheid produceert gas plus een digestaat met een vaste fractie. Het gas wordt in een cogeneratieproces gebruikt om energie en warmte te produceren, met andere woorden energie die bruikbaar is in gelijk welke toepassing. In sommige gevallen wordt het gas opgewaardeerd om het te gebruiken zoals aardgas, al is deze techniek momenteel te duur voor economische toepassingen. Het digestaat wordt gescheiden in vloeibare en vaste fracties. Het vloeibare deel wordt meestal uitgereden ofwel verder gezuiverd. De vaste fractie wordt omgezet in pellets voor opslag en later gebruik als mest- of brandstof.
Biomassa is erg milieuvriendelijk omdat het de organische afvalstroom vermindert zonder bijkomende uitstoot van broeikasgassen. De elektriciteit van biogas is niet onderhevig aan prijsschommelingen en kan – in tegenstelling tot wind- en zonne-energie – in gelijk welke weersomstandigheden gewonnen worden.
De covergistingsinstallatie in Amel is ontworpen om 15.000 ton biomassa per jaar te verwerken en 600 kWe elektriciteit te produceren met optie voor een capaciteitsverdubbeling in de toekomst.
De volledige verantwoordelijkheid voor de bouw
TCS kreeg de opdracht om het gebouw van de installatie te ontwerpen en bouwen. “Het was niet gemakkelijk om een aannemer te vinden die het hele project voor zijn rekening wilde nemen,” zegt Van Gijzeghem. “Er waren namelijk toch wat uitdagingen. De ondergrond bijvoorbeeld: die is opgebouwd uit schisten met een lamellenstructuur, wat speciale voorzorgen vereist bij het funderen. Ze moesten ook rekening houden met het gure klimaat in dit deel van België. Bovendien waren er strenge bouwvoorschriften: de gevel moest in hout worden uitgevoerd, geen gemakkelijk keuze. Veel aannemers waren geïnteresseerd in een deel van de opdracht, maar alleen TCS was niet te bang om de volledige verantwoordelijkheid te nemen.”